Steengroeve

In de middeleeuwen waren de kosten van een bouwwerf vooral afhankelijk van de nabijheid van de nodige materialen. Hoe dichterbij ze waren, hoe goedkoper ze waren. De monniken van Villers begrepen dit goed en kozen ervoor zich te vestigen in de vallei van de Thyle. Naast de overvloed aan water en hout, werd de site omringd door leisteengroeven, een steen die werd gebruikt bij de bouw van de abdij. Om dit gesteente te winnen en te bewerken, deed men beroep op geschoolde arbeidskrachten: kantmakers, steenhouwers, mortelmengers, metselaars en beeldhouwers. De bouw van de abdijkerk duurde een eeuw.