Gebouw van de lekenbroeders

Het in de 13e eeuw opgetrokken gebouw van de lekenbroeders bestond op het gelijkvloers uit een refter, latrines, een grote kelder (voor de opslag van proviand) en op de eerste verdieping een grote kamer die dienstdeed als slaapzaal voor lekenbroeders. Deze lekenbroeders maakten deel uit van de religieuze gemeenschap, maar hadden niet dezelfde status als de monniken. Ze vormden een essentieel arbeidersreservoir voor het werk op het land en voor bepaalde administratieve taken. Toen ze aan het einde van de middeleeuwen verdwenen, werd deze vleugel omgevormd tot infirmerie.